zaterdag 31 oktober 2015

BOODSCHAPPEN


Enigszins gepikeerd, 9 jaar. Een jongetje met lange gouden krullen, hij wil graag de folders van de diverse speelgoedwinkels gebruiken om zijn verlanglijstje te maken. Hij is al goed bezig, heeft al diverse plaatjes uitgeknipt en opgeplakt. De collage die hij laat zien zal het erg goed doen in zijn schoen, de eerste nacht, daar is hij van overtuigd.
Maar nu..."ik vind het stom, van mama mag ik niet meer in de folders knippen omdat ze ze nog wil inkijken, maar er staat alleen kinderspeelgoed in, dat is helemaal niet voor haar!"
Mijn hart bloedt een beetje. Hij is vermoedelijk, nu nog, de laatste in zijn klas met een vast geloof. Ik zie hem zitten, grote blauwe ogen, een blik waar vol vertrouwen mee opgekeken wordt naar op zijn minst de plaatsvervanger van een light-versie van onze lieve heer.
Maar het wordt tijd, de festiviteiten naderen en een droom moet aan gruzelementen. Dus ik neem hem mee in de auto, een halfslachtige smoes over boodschappen doen. Op de heenweg nemen we de diverse benodigdheden door, deels vanwege mijn altijd falende kortetermijn-geheugen, gelukkig al haperend vanaf mijn vroegste jeugd, zodat ik me weinig zorgen maak. Zwalkend door de supermarkt neem ik me wederom voor deze iets meer te frequenteren zodat ik wellicht ooit alle kleinaria, zowel eetbaar als bruikbaar, punctueel zal kunnen localiseren. En besef tegelijk dat dit onbegonnen werk is daar bedrijfsleiders van supermarkten nu eenmaal wezens zijn welke uit de chaos der vroegste tijden zijn ontstaan en derhalve altijd zullen streven naar het opnieuw creeren van genoemde chaos. Dus staat iedere drie maanden de jam op een andere plek, worden de poffertjes in verpakking verplaatst van de broodwaren naar de bakproducten en de koffiemelk van de afdeling koffie naar de afdeling houdbare zuivelwaren. Van die kleine ergernissen, dus.
Terug naar het gangpad waar zich ooit de ingevroren kervel bevond maar nu slechts vierkante blokken spinazie en peterselie in ijskoude poedervorm mij aanstaren. Nee...de kervel is er niet. "Jelmer, als we zo in de auto zitten wil ik je iets vertellen, maar je moet me beloven dat je het niet aan de kleinere kinderen op school zult doorvertellen!"
Spanning in zijn glimmende ogen, ineens treedt hij weer een stapje meer naar binnen in de wereld der grote mensen, en hij weet het. We gaan de kassa door en stappen de auto in.
"Weet je waar Sinterklaas zijn cadeautjes vandaan haalt?" "Ja, natuurlijk, uit de speelgoedwinkel"......verkeerde strategie. "Maar soms wordt hij geholpen door ouders". Vol overtuiging klinkt nu echter: "Niks hoor, dat kan niet, ik weet nog dat jullie een keer thuis waren terwijl er cadeautjes werden gebracht!" Na nog wat heen en weer gepraat is hij er van overtuigd dat Sinterklaas alles betaald met bijdragen van de ouders maar uiteindelijk speel ik de laatste troef uit: "Sinterklaas heeft echt bestaan maar is heel lang geleden al dood gegaan en sindsdien spelen andere mensen dat ze hem zijn." Weliswaar doe ik de historie hier enig geweld aan maar ik vind dit een stuk romantischer klinken dan het gedoe van Thor en zijn witte zesbenige paard Sleipnir die in vroege Christendom-tijden door de clerus werd ingewisseld voor een heilige met een schimmel. Ik lees nogmaals zijn ogen en zie nu berusting.
Ergens doet dit me echt pijn. Nadat Pumba al niet echt bleek, de knuffels niet konden praten en Karel de dijkkabouter ook geen levend wezen was doch een verzinsel van zijn vader is ook deze laatste loopgraaf der eerste tien jaar verlaten. Een klein jongetje is hij niet meer, niet qua lengte maar nu is hem ook dat laatste restje vroege jeugd ontnomen.
En ik denk bij mezelf: "waarom is het ons eigenlijk niet geoorloofd onze illusies te bewaren, worden we uiteindelijk teleurgesteld in veel van onze medemensen en als het tegenzit zelfs in een aantal mensen die dichtbij leken, waarom, kortom, mogen we die heerlijke grote ogen die niets naars zien en alleen oog hebben voor de goedheid in mensen, niet houden en daarmee de aarde tot een paradijs maken.
Naast mij zit een grote jongen van 9, niet langer gepikeerd, maar begrijpend. Hij heeft de boodschap begrepen. Nog 1 jaartje meespelen dan deelt zijn kleine zusje in het begrip.
En ik? Ook ik zal niet meer in Sinterklaas geloven. En dat doet eigenlijk nog het meeste pijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten