zaterdag 19 juni 2021

DENKEND AAN MARSMAN

 

Denkend aan Holland

zie ik brede rivieren

traag door oneindig

laagland gaan

 

(Hendrik Marsman)

 

De fiets, eindeloze bron van inspiratie. Sinds enkele weken heb ik de stoute sandalen weer aangetrokken en spoed mij op het wrakkige zadel gehesen langs ’s Heren wegen.

Zo ook vanmiddag, een mooie ronde, ruim 20 kilometer, beginnend bij de Grote Kerk van Monnickendam, de Monnickmeer in, langs de almaar verder verroestende oude autobus, voorzien van de grote antennes van een verstokt zendamateur, het bruggetje over naar Overleek.

Meteen over de brug een achteloos neergesmeten elektrische fiets, ook wel “E-Bike” genoemd, vervoermiddel voor veelal lui trappende pseudo-bejaarden. De bestuurster enige meters verderop, een mooi veldboeket samenstellend en daardoor toch weer enige mildheid bij mij teweeg brengend.

Verder ging het, het smalle fietspad door de weilanden, in de verte het verkeer op de provinciale weg en aan de einder leit Broek in Waterland.

Het was bewolkt, hier en daar zelfs dreigend naar regen, dus vandaag waren de hordes autistische zelfbenoemde wielrenners in hun felle lycra-pakjes teruggeworpen op de sportschool waar ze de hele winter niet uit zijn gekomen.

De afgelopen zonnige weken kwam ik ze regelmatig tegen, met verbeten blik hun stuurklokjes in de gaten houdend en verder nietsziend. Jammer wel, want intussen vergaapte ik me aan diverse hazenpaartjes tussen het gras, vele kieviten en een gelukkig weer iets toenemend aantal grutto’s en tureluurs. Geluiden van al deze vogels, als mede de iets verlegener leeuwerik vervolmaakten deze laatste symfonie der lente.

Maar vooruit, ieder zijn wijze om zich te ontspannen en die van mij is stomweg iets langzamer.

Het idee was om even uit te proberen hoe het inmiddels met mijn knie ging, deze had ik twee weken terug iets geforceerd tijdens een soortgelijke rit. Na Broek had ik dus richting Zuiderwoude willen rijden maar mijn knie, mijn gemoed en mijn conditie riepen in koor dat ik wel iets meer kon hebben dus vervolgde ik mijn weg via de Broekermeerdijk, richting Amsterdam-Noord, om vervolgens via de golfbaan af te slaan naar Zunderdorp en Ransdorp.

 In Zunderdorp stonden ze er weer, de veelal felle protestborden tegen de komst van windmolens.

De argumenten van de protestanten leken solide: landschapsvervuiling, te veel woningen in de buurt, slecht voor de vogels en ga zo maar door.

Toch was ik blij dat ik de lelijke borden achter me liet en de velden tussen Zunderdorp en Ransdorp inreed.

Er viel me daar rijdend echter iets op: richting Amsterdam kijkend waren de weilanden werkelijk bezaaid met grote hoogspanningsmasten, niet één lullig lijntje maar zeker vier combinaties die allen voortsproten uit een aan de horizon staand rechthoekig gebouw, de centrale van Diemen. En er schoot me door het hoofd: als nu de plaats van deze hopen oud ijzer zou kunnen worden ingenomen door een paar fiere wiekendragers….zou dat dan echt zo lelijk zijn??? Er stond in de verste verte geen woning in de bewuste velden dus in die zin zou dat niet meer last veroorzaken dan deze masten.

Verderop zag ik het in het Ijsselmeer geplompte Ijburg, dat naar men zegt tot minimaal dubbele omvang zal worden uitgebreid. Natuurlijk, de mensen leven daar en moeten ook wonen.

Maar ze verbruiken een hoop energie, daar kun je niet omheen…

In de verte zag ik de in mijn ogen minuscule molens op de Nes naar Marken en beeldde me in dat zij 2,4 keer zo groot zouden worden. Naar mijn overtuiging zouden ze daar niemand tot last zijn, integendeel, de wereld zou door de komst hiervan weer een stukje schoner worden. Maar wellicht overdrijf ik nu en hebben de wetenschappers ook daar geen verstand meer van, iets wat de laatste jaren steeds vaker voorkomt op borrelavondjes…

 

Zo mijmerend rijdend beloofde ik mezelf min of meer bij thuiskomst een mooi gedicht te maken over de Nederlandse natuur, gewoon, omdat het kan. En al dwalend schoten mijn gedachten naar “iets over brede rivieren”, zonder dat ik er echt op kon komen wie ook al weer de dichter was maar anderzijds ik sterk besefte dat mijn moeder me meermaals vertelde dat dit het gedicht was waar ze destijds haar eindexamen MULO mee deed.

En daar maakten mijn hersens al fietsend overuren en kregen maar niet in beeld wie de dichter was en hoe dat gedicht ook alweer ging. Sorry mam, je hebt het me heel vaak verteld en ook moeiteloos de eerste twee strofen voorgedragen en na al die jaren zit alles in mijn geheugen-ladekast verstopt en kan ik de sleutel niet vinden.

Enigszins narrig hierdoor kwam ik thuis, opende de koelkast op zoek naar een natte versnapering en liet mijn oog vallen op een forse portie kip, de vogel die wel vaker in dode vorm mijn koelkast bevolkt, doch nimmer te prooi is gevallen aan de wieken van een windmolen, zoals tegenstanders mij graag willen doen geloven.

Neerploffend op de bank pakte ik het eerste het beste tijdschrift: “Be One With Nature”, de nieuwe naam van wat vroeger de “Panda” was, blad van het WWF. En op de eerste bladzijde die ik opensloeg schalden de mooie dichtregels van Marsman me tegemoet en was ik er even van overtuigd dat mijn moeder me zojuist de groeten deed.

 Want een ieder die gelooft dat alles om hen heen uit louter toeval bestaat leidt in mijn ogen een erg saai leven…

vrijdag 29 januari 2021

BADMEESTER

 


 

“Ervaar de Unieke Combinatie Van Rust en Muziek”. Een wit hoesje uit de CD-serie “Muziek en Natuur in Nederland”. Op de voorkant een paar verveeld rondlopende eenden van onbekende herkomst in een moerassig plasje water. Het zou de Peel moeten zijn, zo vertelt het opschrift mij verder.

Soms is toeval geen toeval en soms ook wel, ik laat dat altijd graag aan de fantasie van de lezer of luisteraar over. Feit is dat er een sticker op de CD zit waaruit blijkt dat deze eigendom was van ene “Andre Wiltens”, woonachtig aan de Bernhardlaan in Monnickendam.

Ander feit is dat ik deze CD net uit een doos vis op het moment dat ik 10 minuten eerder de overlijdensadvertentie las van Kees Andre Wiltens, de man die ik in mijn leven steeds tegenkwam op momenten dat ik hem niet verwachtte…..

De eerste keer was ik sowieso nog vol verwondering over ieder nieuw gezicht dat ik zag. Hem zag ik voor het eerst in het zwembad, gekleed in een blauw shirt en een witte korte broek, een gespierde, enigszins gebruinde man die er een beetje streng maar tegelijk ook erg vrolijk uit zag. Hij had een in mijn ogen bijna continue grote grijns op zijn, toen al, verweerde gezicht en hij deelde de lakens uit in het net (1971) opgericht Sportfondsenbad, de plek waar ik mijn eerste zwemlessen kreeg en uiteindelijk ook mijn A en B (met tegeltje) haalde. Of ik ooit les van hem kreeg kan ik mij niet exact herinneren, ik denk dat ik eerder een lieve zwemjuf had die dan weer onder zijn bekwame hoede viel.

Hierna verhuisde ik naar Suriname, deed daar een manhaftige poging ook mijn C te halen, wat werd afgebroken door onze verhuizing terug en ging vrijzwemmen en daar was hij weer, mijn (en ieders) Badmeester, soms vermanend sprekend tegen de wat grotere binkies die meestal ook deel uitmaakten van de vrijzwemmende zondagochtendfauna des zwembads.

Er was weinig rust in mijn jeugd, dus weer was daar een verhuizing, naar het pittoreske Hoofddorp dit keer. Het zwemmen aldaar ging vooral in de buitenlucht, het Haarlemmermeerse bos en af en toe de redelijk befietsbare zee bij Zandvoort.

In 1991 vond ik mijzelf ineens op het toneel, trachtend een acteur te lijken in een bloedstollend stuk, een thriller. Ik was de verre van overtuigende inspecteur van politie die trachtte een moord op te lossen die, zo leerde het publiek na ruim een uur, toegeschreven kon worden aan niemand minder dat Kees himself, ook badmeesters hebben blijkbaar duistere trekjes. Maar nee, onzin, Kees was een behoorlijk begaafd acteur bij toneelvereniging “De Brug” en ik was daar het net aantredende jonkie zonder veel levenservaring dat, om zich in te leven in zijn rol, zijn baard had laten staan, tot afgrijzen van zijn net aan de haak geslagen vriendinnetje met die hele mooie groene ogen (30 jaar later zit ze hier naast me dus zo erg kan het niet geweest zijn).

Op de repetities was Kees altijd goed aanwezig, vertelde mooie verhalen over zijn tijd als Badmeester en ging er prat op dat hij in het stadje nog steeds aangesproken werd met zijn oude titel. Inmiddels had hij, vermoed ik, een vrij hardnekkige rugkwaal opgelopen waardoor dat vak niet langer kon worden uitgeoefend. Mede daardoor liep hij ook nogal gebogen en, samen met zijn volle bos grijs haar, deed dat mij vermoeden dat hij al flink op leeftijd was. Ach…ik was zelf 23, alles boven de 30 leek me al rijp voor een bejaardenhuis….

Het theater-avontuur woei weer over, na 3 jaar, toen ik echt concludeerde iets te weinig talent te hebben om me zelfs staande te houden op het net-geen-dorps-toneel. Ik ging verder met mijn leven, de Badmeester, die overigens nog wel die grote grijns had maar nu met serieuze ogen, achter mij latend.

Er kwamen kinderen, drie stuks, ik begon een platenzaak en stond soms op de markt. Ineens dook hij op, mijn kraam passerend, mij calculerend achterlatend, want hij moest de 80 toch ruim voorbij zijn, 1991……25 jaar erbij….3 onthouden, tot de tweede macht…ja….echt heeeeel oud!!!! Hij liep er nog kranig bij, toch een effect van veel sporten in zijn jonge(re) jaren!

Weer sleepte het leven zich voort, een interval van vele dagen, met af en toe wat Feestdagen als hoogtepuntjes in een verder wat kabbelend bestaan. Vele mensen konden niet meer mee in mijn tijd, delen van mijn jeugd verdwenen onbeheersbaar steeds meer….hier een buurman, daar een oude melkboer, een moeder, een andere buurman, de mevrouw van de bloemenwinkel, de koster, een vader, een heel goede vriend, wat tantes en ooms……1971 werd steeds meer een jaar van herinneringen in plaats van personen.

En ineens was hij er weer….het werd me al verteld…en nu, net vanavond las ik de advertentie en zag de CD, dus is het echt waar: de Badmeester liet zich weer even zien, weer verwachtte ik het niet….

Kees, Badmeester….ik ga je CD-tje wel draaien dit weekend. Het lijkt me mooi. En het is bijzonder dat het uitgerekend nu voor me kwam liggen, als muzikale afsluiting van een sportief leven.

Het ga je goed!