woensdag 8 juni 2011

A Trip To Scotland, Dag 7 t/m 13




Zaterdagmiddag, 12 uur. Een wit strand. Een azuurblauwe zee. Zwarte sneakers. Met een geruite voering, dat dan weer wel, ter verhoging van het authentieke Schotlandgevoel.
Zittend tegen een donkere rots merk ik dat mijn telefoon geen bereik heeft. Ik sta op en ga op de rots zitten en…pling!....nu heb ik wel bereik, zij het zwak. Klaarblijkelijk heeft het eiland Iona geen eigen antenne en moet het bereik komen van het 1 mijl aan de overkant liggende eiland Mull.

Ik was die ochtend al vroeg aanwezig in het dorpje Fionnphort, teneinde de pont te nemen welke mij naar Iona zou brengen, voorlopige eindbestemming van mijn fietstocht. Wat ik daar aan zou treffen, daar was ik nu toch echt benieuwd naar. Ik had mij ingeschreven als gast bij de “Iona Community”, volgens de website een oecumenische gemeenschap welke in 1938 is opgezet door een pater, genaamd Macleod. In eerste instantie was het een opleidingsplek voor priesters en het doel was het weer opbouwen van de zwaar vervallen 13e eeuwse abdij, welke op het eiland stond. Hiertoe werden werklozen aangetrokken uit o.a. Glasgow, welke werden uitgenodigd te verblijven in de community tegen kost en inwoning en intussen de boel op te bouwen.

Toen uiteindelijk de abdij weer stond konden ook anderen deelnemen aan de spirituele bijeenkomsten die door de Community werden georganiseerd en heden ten dage is dus iedereen, ongeacht zijn of haar geloof welkom om gedurende een week in groepsverband een eigen “community” te vormen.
Ik weet het, het zal sommigen wat al te dwingend in de oren klinken en ik zelf was in eerste instantie ook zeer sceptisch en heb dus tevoren enige zeer kritische vragen gesteld welke eigenlijk neerkwamen op: “Jullie zijn toch geen sekte hé?” De antwoorden waren echter dermate geruststellend dat ik dus op zaterdagmiddag 12 uur met een rustig gemoed op het witte strand zat.
Overigens had ik, wellicht om toch een gezond tegengeluid te krijgen, mij op deze tocht laten vergezellen door het mooie boek uit 2007 van Herman Vuijsje “Tot hier heeft de Heer ons geholpen”. Vuijsje, die eigenlijk socioloog en tevens overtuigd atheïst is, beschrijft hierin waarom volgens hem het onontkoombaar is dat het westen en Nederland in het bijzonder binnen 100 jaar zonder kerk zullen zitten en welke invloed het afnemend Godsbesef heeft op de moraliteit binnen onze samenleving.  Een verhelderend boek, waarin ook en passant de laatste eeuwen religie onder de loep worden genomen.
Kortom: een verblijf bij de Iona Community kan zeer verfrissend werken, indien je even wilt loskomen van de jachtigheid en negativiteit  welke, met name in ons land, alom aanwezig is. Het is, zo wordt echter gewaarschuwd, geenszins een retraite, er wordt wel degelijk een actieve rol van een ieder verwacht. Mij deed het nog het meest denken aan het Doopsgezind Broederschapshuis waar ik vroeger met mijn ouders veel kwam. Er werden bijvoorbeeld corveeploegen ingedeeld. Ik was gelukkig genoeg om bij de ontbijtploeg te zitten. Dit had tot voordeel dat je zodanig vroeg moest opstaan (rond half zeven) dat je in ieder geval zonder meer één van de vier douches (op 45 personen) kon gebruiken, zonder haast maken.
Vervolgens moesten de tafels gedekt worden, de toast bereid (gelukkig machinaal) en aan tafel werd je geacht je mede-disgenoten te bedienen. Maar daarna….vrijheid, blijheid.
De verdere activiteiten waren dus facultatief, maar ik besloot aan zoveel mogelijk mee te doen. En dus togen wij gezamenlijk allen na het ontbijt naar de abdijkerk voor een dienst van 20 minuten, gingen mee op excursies over het eiland en naar het nabijgelegen eiland “Staffa” , alwaar “Fingals cave” in 1829 de inspiratie vormde voor Felix Mendelssohn Bartholdy om zijn Hebriden-ouverture te schrijven. Onderweg werden verhalen verteld over het ontstaan van de gemeenschap op Iona en de abdij, welke uiteindelijk terugging tot de 7e eeuw, toen St. Columba, een Ierse koningszoon, hier landde en het eerste klooster stichtte.
Mijn medebewoners waren vogels van zeer diverse pluimage. Natuurlijk was er de onvermijdelijke groep Nederlanders, welke soms nogal eens de neiging had om in het Nederlands te converseren, hetgeen door mij steevast in het Engels beantwoord werd. Verder uiteraard een grote groep Britten, maar ook Duitsers, Australiers, Amerikanen en zelfs een paar mensen uit Zambia die aldaar iets soortgelijks wilden opzetten. Allen hadden echter dezelfde nieuwsgierigheid en belangstelling voor elkaar gemeen, een eigenschap die je nog maar weinig tegen lijkt te komen. Ik voelde me daar al heel snel thuis, ondanks het feit dat ik de dagen ervoor fluitend alleen op mijn fiets had doorgebracht.

Wat mij vooral opviel was dat de diensten, naast die van de ochtend was er ’s avonds een sluiting, welke ook 20 minuten duurde, zo’n relatief licht karakter hadden. Hier in Nederland kreeg ik nogal eens wat zwaarmoedige verhalen over me heen. Nu ben ik zacht gezegd niet zo’n trouw kerkganger, maar had in mijn jeugd verkering gehad met een domineesdochter, dus had toch één en ander gezien en gehoord.
 Op Iona zat echter hier en daar een gezonde dosis, ik zou haast zeggen, Python-iaanse humor in de diensten. Zo werd één der diensten geleid door de kok, welke in het dagelijks leven hoogleraar voedingsleer bleek te zijn. Van haar kregen wij, zittend in de kerk, de opdracht te roepen welk produkt we het lekkerst vonden. Haar verhaal was vervolgens een parabel waarin ze het geloof gelijktrok met het samenstellen van een gerecht. Het klonk wel lekker. En tot slot barstten wij allen uit in een gezang ter ere van het eten, waarvan de tekst werd gezongen op een bekende wijs van Gilbert & Sullivan.
Aan het eind van de week kon ik vaststellen dat er een aantal mensen bijgeschreven konden worden in “mijn vriendenboekje”, hetgeen bijzonder mag heten na een zo korte tijd samenleven.
Doordat we echter gedurende die week echt samen leefden, was er al gauw een behoorlijke band.
Voor mij was dit gedeelte van mijn reis vooral een opluchting omdat ik er achter kwam dat er wel degelijk mensen in de wereld bestaan die nog geloven in een maakbare toekomst, die positief staan ten opzichte van anderen en die zich betrokken voelen bij wat er in de wereld gebeurt. Een verademing, wetend dat in diezelfde periode in Nederland een regering werd gevormd die voor alles staat wat het tegenovergestelde hiervan is.
Tot slot stelde ik mezelf de vraag: “ben ik nu geloviger en/of religieuzer geworden door mijn verblijf op Iona?” Ik kan meneer Vuijsje enigszins geruststellen. Hij krijgt van mij enerzijds gelijk, doch ik ben mij wel bewuster geworden van mijn mening omtrent het al dan niet bestaan van een God en/of hogere macht. Wat deze mening is, laat ik aan u. Ik kan slechts zeggen: “Blijft u verwonderen!”